Oefeningen
- Traject aanhouden: rechtdoor rijden op de rijbaan tussen de markeringen (flessen, kegels of met krijt gemarkeerde lijnen), achtereenvolgens in elke richting, waarbij de breedte van de rijbaan geleidelijk wordt teruggebracht (van 80 naar 50 cm).
- Remmen: wanneer het fluitsignaal klinkt, remmen de leerlingen en stoppen ze zonder hun baan te verlaten.
- Arm uitstrekken: zie 1, maar de arm uitstrekken naar de binnenkant van het circuit.
- Achterom kijken terwijl je je baan behoudt: deze vaardigheid is nodig om de automobilist die je volgt te waarschuwen voor een manoeuvre; de instructeur staat aan de rand van het circuit; wanneer een leerling passeert, houdt hij een kaart met een nummer of een gekleurde kegel omhoog, hij roept de leerling, die zich omdraait om het nummer of de kleur te roepen.
- Rijd met aandacht voor anderen: in een baan van ongeveer 1,50 meter breed:
– Twee naast elkaar
– Elkaar passeren (kinderen rijden in beide richtingen, rechts houden).
Oefenen van rijden met één hand, remmen, inhalen, oversteken, anticiperen, enz.
In teams van 4 of meer. Binnen een afgebakende omtrek rijden de spelers vrij en stoppen wanneer het fluitsignaal klinkt. Deze voorfase zorgt ervoor dat de leden van de verschillende teams verspreid zijn. In elk team krijgt één speler een stokje. Het doel is om een afgesproken aantal passen tussen de teamleden te maken. Het team telt hardop. Telkens als ze het stokje doorgeven, tellen ze een punt, maar als degene die het stokje draagt een voet op de grond zet, begint de telling opnieuw! Heel spannend!
Om het remmen, starten en anticiperen te oefenen…
Binnen een afgebakend gebied tekent de gastheer cirkels op de grond (diameter: 20 tot 30 cm). De spelers rijden vrij rond het veld. Wanneer het fluitsignaal klinkt, moeten ze binnen drie seconden hun voet in een van de cirkels plaatsen. Opgelet: het is verboden de omtrek te verlaten of met zijn tweeën in dezelfde cirkel te gaan staan!
Oefenen van fietsbeheersing bij lage snelheid
Eén lijn voor de start, een andere voor de finish. Wie er het eerst is, verliest! Je moet dus zo langzaam mogelijk op de fiets stappen, terwijl je op je baan blijft om je buren niet te storen!
Deze oefeningen kunnen de leerlingen voorbereiden op een proeve van bekwaamheid op een getimed parcours, met sancties.